"Met Emma naast zich sprak koningin Wilhelmina in 1898 in de Nieuwe Kerk
te Amsterdam:- Door het afsterven van mijn onvergetelijke vader tot de
troon geroepen, gesteld onder de hoede van het zo wijze en zegenrijke regentschap
mijner innig geliefde moeder, heb ik na de voleinding van mijn achttiende levensjaar
de regering aanvaard.-"